Ook mensen met minder goede bedoelingen vragen het zich wel eens af. Waar is geld nou eigenlijk van gemaakt? We bespreken hier de grondstoffen van zowel papier- als muntgeld.
Bankbiljetten wegen tussen de 0,6 gram en 1,1 gram
Laten we eerst een kijken naar de biljetten. Die worden gemaakt van pure katoenvezel. De grondstof van dit geld komt uit het zuiden van Amerika, uit Afrika en van de steppen van Centraal Azië. Zo heeft de Euro dus al meteen een zeer internationaal karakter. De gewonnen katoenvezels worden fijngemalen en vervolgens gebleekt. De volgende stap is het toevoegen van water, zodat er een soort van pulp ontstaat. Die pulp wordt verrijkt met chemicaliën. Dit wordt toegevoegd om de biljetten scheurbestendigheid te geven. Het papier komt op enorme rollen die zomaar 2,5 ton kunnen wegen. Daarna wordt het van de rol versneden in bladen waarop de bankbiljetten vervolgens worden gedrukt. Gemiddeld genomen wegen de bankbiljetten tussen de 0,6 gram en 1,1 gram.
Staal en een koperlaagje
Het muntgeld dan. Nemen we een cent. De munt heeft een diameter van 16,25 millimeter en een dikte van 1,67 millimeter. De munt weegt 2,3 gram en is gemaakt van staal (95 procent) en een koperlaagje. De munt van 2 cent is iets groter in diameter met 18,75 millimeter. De munt is 1,67 millimeter dik en weegt 3,06 gram. De munt is glad en heeft een groef. De munt van 5 cent heeft een diameter van 21,25 millimeter en is eveneens 1,67 millimeter dik. De 5 cent munt weegt weer wat meer ten opzichte van de munten van 1 en 2 cent met 3,92 gram.
Glad met zeven inkepingen
De munt van 10 cent. Die heeft een diameter van 19,75 millimeter, is met 1,93 millimeter dikker dan de 1, 2 en 5 cent munten en weegt 4,1 gram. Deze munt is van koperlegering. De exacte samenstelling is 89 procent koper, 5 procent aluminium, 5 procent zink en 1 procent tin. Gaan we naar het serieuzere werk, de munt van 20 cent. De diameter van deze munt is 22,25 millimeter en heeft een dikte van 2,14 millimeter. De munt weegt 5,74 gram en is glad met zeven inkepingen. Weer iets groter is de munt van 50 cent. De diameter van deze munt is 24,25 millimeter en de dikte is 2,38 millimeter. De 50 cent munt is niet zwaar met een gewicht van slechts 7,8 gram. De kunt is bovendien getand.
Munt bestaat uit 75 procent koper
De munt van 1 euro dan, een munt die bestaat uit 75 procent koper, 20 procent zink en 5 procent nikkel. De munt kent een diameter van 23,25 millimeter. De dikte is 2,33 millimeter en weegt 7,50 gram. De grootste munt die we kennen is die van 2 euro. De grootste van de munten heeft een diameter van 25,75 millimeter en de dikte is vastgesteld op 2,2 millimeter. De munt van 2 euro weegt 8,5 gram en beschikt over een fijne kartel.
Kijken en voelen
Kijken we naar papiergeld, dan dient dat uiteraard te beschikken over een watermerk. Daarmee onderscheidt het zich ook van vals geld, dat zo nu en dan nog wel eens in omloop wil zijn. Overigens kun je vals geld ook zonder allerlei ingewikkelde apparatuur prima onderscheiden van echt geld. Kwestie van kijken en voelen vooral. Het watermerk moet zichtbaar worden als je het biljet tegen het licht houdt. Je ziet dan op bijvoorbeeld het biljet van 5 euro Prinses Europa verschijnen, of een deel van een gebouw op weer een ander biljet. Het watermerk dient in het papier te zitten en er dus niet op gedrukt zijn.
Van smaragdgroen naar diepblauw
Het watermerk is niet het enige waardoor een echt biljet opvalt ten opzichte van vals geld. Zo is er bijvoorbeeld het cijfer in smaragdgroen en het glanzende cijfer. Smaragd verandert in diepblauw en er is een hologram in de zilverkleurige streep aan de rechterkant van het biljet. Er is bovendien nog elders op het biljet een afbeelding te zien.